Zicht op 8,1 Mton CO2-reductie in industriecluster Noord-Nederland

Zicht op 8,1 Mton CO2-reductie in industriecluster Noord-Nederland

Vandaag nam Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, de nieuwe Cluster Energie Strategieën (CES 3.0) in ontvangst. In de CES wordt door de industrieclusters in beeld gebracht hoe de industrie gaat verduurzamen en welke energie-infrastructuur daarvoor nodig is. Namens Noord-Nederland overhandigde clusterregisseur Tjisse Stelpstra het rapport aan de minister.


Clusterregisseur Tjisse Stelpstra (midden) overhandigt het rapport aan minister Sophie Hermans (links)

90% CO2-emissiereductie mogelijk in cluster Noord-Nederland
Voor de CES zijn in totaal 83 verduurzamingsprojecten doorgegeven door 39 deelnemende bedrijven in cluster Noord-Nederland. Als het cluster al deze plannen uitvoert, leidt dit tot een significante afname van broeikasgassen. Uit de plannen blijkt dat de industrie en energieproducenten in 2030 8,1 Mton CO2-emissies kunnen reduceren van de 9 Mton uitstoot die werd gemeten in 2021. Dat is bijna negentig procent. Het overgrote deel van deze afname komt van de elektriciteitscentrales in de Eemshaven, maar ook de industriesector laat met hun verduurzamingsplannen een forse emissiereductie zien van zestig procent, ondanks een geplande productiegroei.

Vertraging van 18 projecten bij niet tijdige uitbreiding elektriciteitsinfrastructuur
Een belangrijke randvoorwaarde voor de verduurzaming van de industrie is een passende energie-infrastructuur. In Noord-Nederland wordt, naast een groeiende behoefte aan waterstof en groen gas, met name een sterke groei van elektriciteitsgebruik verwacht. Een tijdige uitbreiding van het elektriciteitsnet is daarmee cruciaal. Uit de CES blijkt dat achttien projecten vertragen bij niet tijdige uitbreiding van het elektriciteitsnet. Deze vertragingen variëren in duur van vier tot zeven jaar, waarvan de eerste al in 2025 optreedt. De vertraagde projecten betreffen met name de vestiging van nieuwe duurzame industrie en elektrolysers.

Kandidaat MIEK-projecten
Via de CES worden energie-infrastructuurprojecten aangedragen voor opname in het nationale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK). Projecten onder het MIEK krijgen onder andere extra prioriteit in de investeringsplannen van netbeheerders. In eerdere jaren zijn infrastructuurprojecten voor elektriciteit en waterstof opgenomen in het MIEK. Ook dit jaar worden vanuit het cluster een aantal nieuwe projecten voorgedragen voor het MIEK:

  1. Infrastructuur voor de verzameling van CO2 op land
    Door de grote rol die CO2-afvang speelt in de emissiereductieplannen van het cluster (59 procent van de reductie), is de behoefte aan CO2-infrastructuur ook groot. De aanleg van infrastructuur voor CO2-transport is voor zowel de bestaande elektriciteitsproductie en industrie, als voor de productie van blauwe waterstof van belang, en kan er in resulteren dat het cluster Noord-Nederland een netto negatieve CO2-uitstoot krijgt en daarmee een voorloper zou zijn in de Nederlandse industrie- en energiesectoren.
  2. Elektrolysers als converters
    Het kabinet heeft in de reactie op de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen als maatregel opgenomen dat tenminste 33 procent van de nog aan te leggen capaciteit voor Wind op Zee zal aanlanden in de provincie Groningen. Om de grote hoeveelheid wind op zee optimaal te benutten en in te passen in het energiesysteem, moet een deel worden omgezet in waterstof. Het installeren van elektrolysers bij de aanlandingslocatie van groene elektriciteit voorkomt congestie op het elektriciteitsnet en faciliteert waterstofaanbod richting het landelijke waterstofnetwerk.
  3. Zoutcavernes voor energieopslag
    Elektriciteit vanuit cluster Noord-Nederland kan worden opgeslagen in de vorm van waterstof in ondergrondse zoutcavernes en hiermee een essentiële systeemrol in het energiesysteem vervullen.
  4. Warmteleiding Eemsdeltaregio-Groningen
    Door het transport van restwarmte vanuit de industrie naar de gebouwde omgeving in Groningen kan het industriecluster een aanzienlijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de warmtebehoefte in de gebouwde omgeving en hiermee aan de landelijke doelstellingen voor CO2-emissiereductie. Met een warmtenet kan er jaarlijks 136 miljoen m³ aardgas worden bespaard in de gebouwde omgeving.


Knelpunten die vragen om actie

Tot slot maakt de CES een aantal knelpunten inzichtelijk die vragen om actie. Een urgent knelpunt zijn de hoge energieprijzen. Om de concurrentiepositie van de industrie te beschermen moeten de elektriciteitskosten zo snel mogelijk omlaag. De netwerkkosten zijn hierin een belangrijk component. Een gelijk speelveld ten opzichte van andere Europese landen is noodzakelijk, willen we bedrijven aan onze regio blijven binden en nieuwe bedrijvigheid met werkgelegenheid aantrekken. Daarnaast vormen netcongestie, beschikbare ruimte, complexe vergunningstrajecten, en schaarse uitvoeringscapaciteit een belemmering voor het realiseren van de verduurzamingsprojecten.