Cluster Energie Strategie laat forse toename elektriciteitsbehoefte industrie zien

Cluster Energie Strategie laat forse toename elektriciteitsbehoefte industrie zien


In de eerste Cluster Energie Strategie Noord-Nederland heeft de industrie inzichtelijk gemaakt hoeveel elektriciteit de komende jaren nodig is om te kunnen verduurzamen. De resultaten van deze CES laten zien dat het elektriciteitsgebruik voor de verduurzaming van de industrie de komende jaren al aanzienlijk zal toenemen. Dit betekent dat er tijdig geïnvesteerd moet worden in de uitbreiding van de energie-infrastructuur. Samen met netbeheerders en overheden is in de CES in kaart gebracht welke infrastructuur nodig is om de benodigde CO₂-emissiereductie te realiseren.

8 keer hogere elektriciteitsvraag in 2030

De verduurzamingsprojecten van de industrie laten zien dat de CO₂-emissie per ton geproduceerd product in 2030 met meer dan 70% zal worden gereduceerd ten opzichte van 1990. Elektrificatie bij bestaande, maar ook bij nieuw te vestigen bedrijven, is hierin een belangrijke route. Het noordelijke industriecluster voorziet dan ook een aanzienlijke groei in elektriciteitsgebruik. Zo wordt er voorzien dat er al in 2025 meer dan 4 keer meer elektriciteit gebruikt zal worden dan in 2020. In 2030 is er meer dan 8 keer zo veel elektriciteit nodig als in 2020, groeiend naar een factor van 16 in 2050. Als ook de plannen voor grootschalige groene waterstofproductie worden meegenomen, is de geraamde groeifactor nog substantieel hoger.

De CES laat daarmee zien dat grootschalige elektrificatie al op korte termijn grote knelpunten gaat opleveren voor de industrie in Noord-Nederland. In het cluster Delfzijl kan het bestaande elektriciteitsnet al voor 2025 niet voldoen aan de toenemende elektriciteitsvraag. Richting 2030 wordt dit probleem nog groter en ontstaat ook krapte bij fabrieken buiten de verschillende clusters en in het cluster Emmen.

Verzwaring elektriciteitsnet en meer wind op zee

Om de benodigde CO₂-emissiereductie te realiseren, is naast een enorme uitbouw van elektriciteitsinfrastructuur ook voldoende duurzame elektriciteitsopwekking uit voornamelijk wind op zee nodig. Netbeheerders geven aan dat voor grote infra-investeringen doorlooptijden van 7 tot 15 jaar nodig zijn. Dit maakt duidelijk dat nú gestart moet worden met de versterking van het elektriciteitsnet en de extra opwekking van groene stroom om de elektrificatie van onze industrie te kunnen faciliteren. Maar ook de eerste stappen richting een waterstofeconomie moeten nu gezet worden, zodat waterstof op tijd als alternatief beschikbaar is.

Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie Klimaat

De CES’en van de industrieclusters dienen als basis voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Hierin worden afspraken gemaakt over infrastructuurprojecten van nationaal belang die met voorrang worden ontwikkeld en gefaciliteerd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De projecten die door het industriecluster Noord-Nederland zijn aangedragen voor het MIEK zijn:

  • Verzwaring elektriciteitsnet Eemshaven en Delfzijl om tijdig de aansluitingen van industriële bedrijven te kunnen faciliteren. Essentieel voor het aantrekken van innovatieve bedrijven en het behoud van bestaande industrie met bijbehorende werkgelegenheid.
  • Landelijke waterstofinfrastructuur: de ontwikkeling van een waterstofinfrastructuur die de vijf industriële clusters verbindt en toegang biedt tot opslagfaciliteiten en grensverbindingen. Onderdeel hiervan is de noordelijk backbone tussen de haven van Delfzijl en de Eemshaven, waterstofopslag in zoutcavernes in Zuidwending, het industriegebied rond Emmen en de Duitse industriële regio.
  • Warmteleidingen: er zijn verschillende warmteleidingen in voorbereiding in Noord-Nederland, waaronder een leiding tussen Delfzijl/Eemshaven en de stad Groningen en tussen Emmen en het GETEC industriepark.
  • CO₂-infrastructuur: door verschillende bedrijven is aangegeven dat er CCS en CCU opties worden overwogen. Deze bevinden zich nog in de studiefase. De ontwikkelingen op dit gebied worden in een volgende CES nader beschouwd.