Bij Borgsweer is gestart met het ophogen van landbouwgrond met slib uit de Eems-Dollard. Een lange buis vanaf een schip in de zwaaikom van het Oosterhornkanaal, voert bagger uit het Zeehavenkanaal van Delfzijl op het perceel. Aangebrachte kades houden het slib op het perceel, waar het de komende drie tot vijf jaar de tijd krijgt om te drogen en rijpen tot vruchtbare grond. De proef is een samenwerking van maatschap Noordam-Ten Have uit Borgsweer, Rijkswaterstaat, provincie Groningen, Groningen Seaports en waterschap Hunze en Aa’s.
Op het perceel ligt een veenlaag onder een dunne laag zware klei. Die veenlaag oxideert langzaam, waardoor het al lage perceel nog verder daalt en steeds natter wordt. Door de grond op te hogen met ongeveer 70 centimeter slib, zal het veen minder snel oxideren. Bovendien is de verwachting dat dit perceel in de toekomst betere resultaten oplevert voor de landbouw, omdat het slib een lichtere, vruchtbare grond wordt. Eigenaar van de grond Pieter Noordam: “We hopen dat we over een paar jaar op dit perceel goed pootaardappelen kunnen verbouwen. Als de grond lichter is dan is het makkelijker te bewerken en worden opbrengsten hoger. Ook zal het perceel minder snel te nat of te droog worden.”
Een ander doel is het verminderen van de grote hoeveelheid slibdeeltjes in de Eems-Dollard. Het brakke water is er nu erg troebel, waardoor de ecologie verslechtert en het moeilijker wordt voor allerlei dieren om hier te leven.
Het slib is onderzocht en mag verwerkt worden op landbouwgrond. Voor het zoute slib op het land gebracht wordt, moet het worden ontzilt. Dit gebeurt in het Oosterhornkanaal, door het te mengen met zoetwater. Vanaf daar wordt het via leidingen naar het perceel gepompt. Het zoute water dat hierbij vrijkomt, wordt terug naar zee afgevoerd. Dit proces duurt ongeveer 10 weken.
Het is een proef, waarbij gewerkt wordt aan een betere bodem, vruchtbaardere landbouwgrond én minder slib in de Eems-Dollard. Waterschap Hunze en Aa’s onderzoekt of het op grote schaal kan worden toegepast. Het project gebruikt opgedane kennis en ervaringen van ophogingsprojecten in Duitsland en kennis die is opgedaan in de Kleirijperij aan de Valgenweg. Het maakt onderdeel uit van het programma Eems-Dollard 2050 en wordt deels door het Waddenfonds gefinancierd.