Is slib uit de Waddenzee toepasbaar voor verbetering van landbouwgronden? Groningen Seaports, de Biogeoloog, RINGadvies, Smals Dredging en baggerbedrijf de Boer onderzoeken werken intensief samen en onderzoeken of deze toepassing van Waddenslib voor landbouw kansrijk is. Zij krijgen hierbij financieel en beleidsmatig ruimte van de Provincie Groningen en Rijkswaterstaat. Daarnaast dragen zij ook zelf ruim € 40.000,- bij. Het ligt in de bedoeling om begin maart a.s. het eerste slib naar de Veenkoloniën te brengen.
Het experimentele project start met een praktijkproef om te testen of het zoute slib geschikt is als bodemverbeteraar. De achtergrond van de praktijkproef is tweeledig. De Waddenzee is zeer slibrijk, en in sommige delen zoals het Eems Dollard estuarium is er teveel. Natuur- en milieuorganisaties en overheden willen slib uit het estuarium halen.
Het experiment wordt bij vijf boeren in de Veenkoloniën uitgevoerd, op gras en bieten. Beide gewassen zijn van nature zouttolerant. De mineralen die van nature in slib aanwezig zijn, worden nu via kunstmest toegevoegd aan de bodem. De praktijkproef wijst uit of het slib de waarde van kunstmest kan benaderen. Daarnaast bevat het slib kleideeltjes die zorgen dat het vocht beter wordt vasthouden en op termijn, na meerdere keren opbrengen, ook verstuiving kan tegengaan.
Het slib wordt opgebaggerd uit de Eemshaven, waar het van nature met het getij binnenkomt en bezinkt. Het slib is schoon en voldoet aan de normen om opgebracht te worden voor landbouwgrond. Na het baggeren gaat het direct op transport en wordt op locatie bijgemengd met zoet water, zodat het zoals drijfmest kan worden uitgereden. In augustus zijn de eerste tussenresultaten bekend en in januari 2016 wordt de eindrapportage opgeleverd. Dan is duidelijk of Waddenslib de Veenkoloniën kan verrijken en of de proef wordt uitgebreid.
Zodra alle vergunningen binnen zijn, wordt gestart met verspreiding van het Waddenslib. Naar verwachting is dat begin maart.